Niet helemaal soepel gesprek

defensiefHet gesprek liep niet helemaal soepel. Twee vergunningaanvragers en twee beoordelaars zitten met elkaar aan tafel. Overleg of een vergunning verleend kan worden.

Aan het eind van het gesprek vraagt de vergunningaanvrager hoe de twee beoordelaars het gesprek hebben ervaren. Met enige schroom zegt één van de beoordelaars dat hij de antwoorden af en toe wat defensief van aard vond. Waarop de vergunningaanvrager antwoordt: “Maar zo zit ik helemaal niet in de wedstrijd!”

Dan valt er een stilte.

Het dringt door …

En met een lach en zelfspot slaat de vergunningaanvrager zijn voorhoofd enkele malen op de rand van de tafel.

Community building: van online dialoog naar offline actie

communitybuildingNina Kornaat deed onderzoek naar “Hoe kun je mensen bewegen om de overstap van online naar offline te maken?”. Ze schreef er een leuk artikel over op Frankwatching. En binnenkort ook een vervolgartikel.

Haar definitie van community building:

“Een online community bestaat uit mensen die vanuit een gelijk gedachtengoed, dit kan een zorg, een problematiek of een passie zijn, over een bepaald onderwerp online de interactie met elkaar aangaan door met elkaar te converseren, informatie uit te wisselen, om van elkaar te leren of omdat ze elkaars gezelschap waarderen.”

The gift of listening

 

We believe that we listen, but it’s not true.

Listening, if we did it deeply and fully,

would totally transform our lives.

Listening is an experience of communion
in which we choose to be present.

When we listen deeply,
we “hear” with our heart, not just with our ears.

Listening is not a casual or insignificant act,
but an act of great purpose and beauty.

It is also a practical and effective way for us
to offer each other love and respect.

 

by Paul Ferrini

Compassie ‘doen’

compassiedoenIemand die ik coach vroeg me een tijd geleden: “Hoe dóe je nu compassie?” Dat is een boeiende vraag, waar ik nu al wekenlang op aan het kauwen ben. Hoe doe ik dat eigenlijk? Wat is compassie eigenlijk?

Om met dat laatste te beginnen. Compassie is de ander zien en nemen zoals hij is en kunnen meevoelen met de ander. Je voelt niet precies hetzelfde als de ander, maar kunt je erin verplaatsen. Daarbij komt Compassie voelen ook dichtbij empathie; de vaardigheid om je in de ander te verplaatsen. Compassie is voor mij echter meer en dat heeft te maken met het zien en accepteren van de ander zoals hij is. Ik zie de ander met alles erop en eraan, alles wat leuk is en ook wat lastig is. Ik houd mezelf niet voor de gek door het beeld dat ik van de ander heb op te poetsen of wazig te maken. Gewoon onder ogen zien wat er is.

Ik merk dat hoe meer mensen ik leer kennen hoe gemakkelijker ik compassie voel. Door het steeds groter aantal levensverhalen dat ik hoor, is mijn overtuiging gesterkt dat iedereen een boeiend verhaal heeft waarom hij is zoals hij is en groeit compassie vanzelf.

Dus compassie is de ander helemaal zien. En dan nu “compasssie dóen”. Dan gaat het over compassie in de interactie met de ander. En dan niet de interactie met leuke gezellige mensen, maar juist met die persoon waarmee het stroef kan gaan. Een voorbeeld waarbij ik zelf het “compassie doen” intens heb ervaren was de volgende situatie:

Ik was uitgenodigd voor een lastig gesprek met iemand die bekend stond om zijn unfaire bejegening. Ik kende hem goed, mocht hem erg graag en hij had mij nooit unfair bejegend. We zaten aan tafel met een spannend onderwerp op tafel. Na wat inleidende zinnen koos mijn gesprekspartner tot mijn verrassing een harde aanvallende aanpak. Hij dreef me in de hoek en ik realiseerde me dat ik voor een keuze stond: terugvechten of compassie doen. Ik besloot goed te gaan zitten, diep adem te halen en níet mee te gaan in het vechten. Terwijl ik praatte – ik weet niet meer wát ik zei – straalde ik uit dat ik weer met de “gehele” persoon wilde spreken en niet alleen met het boze deel. En tot mijn verbazing boog het gesprek weer in het gezamenlijk onderzoeken wat er aan de hand was en hoe we het zouden oplossen, in plaats van de aanval. Het was een wonderlijke ervaring.

Uit deze en andere ervaringen leid ik af dat “Compassie dóen” de volgende elementen in zich heeft:

  • Oprechte interesse in de ander, willen weten hoe het zit en wat de ander beweegt.
  • Jezelf naast de ander plaatsen – niet erboven en niet eronder
  • De emoties van de ander zien en respecteren, maar er niet automatisch in meegaan
  • Bij jezelf blijven – voor mij helpt daarbij rechtop zitten, voeten stevig op de grond, ontspannen armen en vingers en mijn buik ruimte geven om te openen (volgens mij zit compassie namelijk in de buik)
  • Steeds bij jezelf blijven nagaan wat je wil – in het hier en nu.

Tot slot een mooie uitspraak van Paul Ferrini over “compassie doen”.

 

Compassion

Your compassion arises
when your ability to love
no longer depends
on how others treat you.

 

Nieuwe sociale structuren en dialoog

diversiteitOm mij heen zie ik nieuwe sociale structuren groeien in kracht. In plaats van familie, kerk en vereniging, ontstaan vriendengroepen, samenwerkingsverbanden, huiskamers met stadsverlichting, gedeelde werkplekken (S2M, The Hub). Allemaal plekken waar mensen elkaar vinden en zich thuis voelen. Een mooi voorbeeld was laatst een uitspraak van de kinderen na een etentje met vier bevriende gezinnen. Ze voelden zich zo fijn en op hun gemak en zeiden: “Eigenlijk zijn dat mijn neven en nichten”.

Tijdens een dialoog die ik bijwoonde in het kader van de Week van de Dialoog kwam ditzelfde onderwerp aan de orde. Ook andere mensen gaven aan dat ze deze zelfgekozen groepen en verbanden als een warme en mooie nieuwe saamhorigheid ervaren. Mooi om te horen voor iemand die bezig is met meer (bewustzijn over) saamhorigheid. Heel mooi zelfs.

Tijdens de droomfase van de dialoog (methodiek) werd ik me ook bewust van een mogelijke keerzijde van deze nieuwe structuren. Anders dan familie en kerken kiezen we namelijk zelf met wie we een verband vormen. En daarin schuilt de keerzijde. We zijn namelijk allemaal geneigd om mensen om ons heen te verzamelen waar we ons lekker bij voelen. En dat zijn vaak mensen die op ons lijken, met dezelfde interesse, dezelfde waarden en normen. Dat zijn soms niet de mensen waarvan je verschilt, die zo anders zijn dat ze je aan het denken zetten of waarmee je eens een flinke clash hebt. En dat is wel de diversiteit die je nodig hebt om te groeien, te ontwikkelen, mooie ondernemingen te bouwen, creatief te zijn. Hoe meer diversiteit er in een groep is, hoe groter het potentieel om met elkaar bergen te verzetten.

Dan is het zo fijn dat er de Week van de Dialoog is en dialoog in het algemeen eigenlijk. Deze week biedt meer dan anders de gelegenheid om in gesprek te raken met mensen die niet in je natuurlijke netwerken zitten. Mensen die een heel andere visie op zaken hebben. Mensen die anders in het leven staan dan jij maar net zo oprecht zijn. De 2000 dialoogtafels in NL bieden een prachtige gelegenheid om de diversiteit te ontdekken en je netwerken daarmee te verrijken.

 

Boek: Ongekend hoogbegaafd van Jacqueline Lucas

In 13 portretten van hoogbegaafden geeft Jacqueline Lucas een inkijk in hun levens. Kenmerkend is wel dat bijna al hun schoolcarrières moeizaam zijn geweest. Van haast autistisch terugtrekgedrag tot heel sociaal gezellig lanterfanten, maar niet echt leren leren. Veel hoogbegaafden voelen zich zo onbegrepen dat ze sterk aan zichzelf gaan twijfelen. “Ben ik wel normaal?”, “Snap ik het nu niet, of de anderen?” en “Laat maar, ik regel het wel zoals het mij uitkomt”. In het boek komt ook veel eenzaamheid voor, inclusief echtscheidingen. Ook op het werk kan hoogbegaafdheid niet altijd tot volle wasdom komen. Bijvoorbeeld een hoogleraar die zijn hoogbegaafde AIO zegt te stoppen met zijn onderzoek omdat wat hij doet zo moeilijk is dat zijn collega’s het niet zouden begrijpen…
Gelukkig ontstaan er ook relaties die wel werken. Tussen hoogbegaafden bijvoorbeeld die elkaar bij Vereniging Mensa ontmoeten en zich (eindelijk) begrepen voelen. Het mooie van het boek vind ik de innerlijke kracht van de geportretteerden om uit de lastige situaties omhoog te klimmen. Soms komt er een dikke vette crisis aan te pas, maar ze vinden een pad in het leven waarop ze hun talenten kwijt kunnen.
Omdat ik mijn coachingspraktijk ook expliciet opstel voor hoogbegaafden, lees ik veel over het onderwerp. Dit boek vind ik bovengemiddeld inspirerend omdat je een inkijkje gegund is in hun levens en daar kan een theoretische verhandeling nooit aan tippen. Aanrader!

Boek: Joan Freeman – Gifted Lives

Joan Freeman heeft 35 jaar lang meer dan 200 kinderen gevolgd op hun reis door het leven. Zowel gewone kinderen als hoogbegaafde kinderen. Omdat ze zo’n lang en uitgebreid onderzoek (testen, regelmatig terugkerende diepte interviews) heeft gedaan, kan ze conclusies trekken over de impact van hoogbegaafdheid op de levens van de betrokkenen. De ondertitel van het boek luidt dan ook: “What happens when giften children grow up”.
In het boek beschrijft ze twintig portretten van opgroeiende kinderen/tieners/volwassenen. Ze schrijft helder en toegankelijk en met een frisse scherpte die haar onderzoeksobjecten en hun opvoeders niet spaart. Ze heeft door de jaren heen vanzelfsprekend met velen van hen een band opgebouwd, maar ik heb het idee dat dat haar objectiviteit niet hindert.
In bijna ieder verhaal belandt ze op een punt (zo rond 12-14 jaar) waarbij ze schrijft “als ik nu gestopt was met mijn onderzoek dan was het verhaal een success story geweest”. Maar Freeman gaat door en maakt zichtbaar hoe verwachtingen en druk invloed hebben op de emotionele gezondheid van hoogbegaafde (jong)volwassenen. Het hangt erg af van de persoonlijkheid van de kinderen of ze hun enorme mogelijkheden ook weten te benutten in het leven. Veel van hen gaan door een crisis voordat ze echt hun weg vinden met de capaciteiten die ze hebben.

Een paar citaten die mij aanspraken:

Hoe mensen omgaan met tegenslag is wezenlijk voor hoe ze omgaan met hun hoogbegaafdheid. (p 5)

Als hoogbegaafd gelabelde kinderen hadden veel vaker emotionele problemen dan niet gelabelde kinderen. (p 10)

Hoogbegaafdheid is niet de oorzaak van emotionele problemen bij hoogbegaafden. De emotionele problemen zijn het gevolg van de reacties van anderen op hun uitzonderlijkheid. (p 22)

Druk om te presteren kan bij hoogbegaafden leiden tot perfectionisme of het alternatief, namelijk je brainpower inhouden omdat dat je populariteit ten goede komt. (p 29)

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat hoogbegaafden niet meer dan anderen last hebben van psychiatrische/ psychologische aandoeningen. Juist het omgekeerde geldt, ze zijn juist heel sterk en goed in staat met moeilijkheden om te gaan. Maar als het mis gaat, als een kind vreemd wil zijn, dan kan hij daar heel effectief in zijn als hij hoogbegaafd is. (p 45)

Voor ouders is het koorddansen om hoogbegaafden op te voeden. Een groot deel van de problemen wordt veroorzaakt door gebrek aan communicatie, vooral als het probleem van te hoge druk op het kind niet wordt gezien/ erkend. (p 60)

Verveling op school, daarover klagen ouders meer dan de kinderen zelf. Verveling heeft meestal twee oorzaken:
– problemen thuis waardoor ze psychologische verwarring ervaren en zich moeilijker kunnen concentreren;
– anders denken dan de school van hen verwacht. Ze hebben een levendige originele brein. Hun frisse/andere benadering wordt terzijde geschoven door school. (p 109-110)

Onderpresteren is veelvoorkomend. Het verminderen van een kind’s eigenwaarde, het stereotyperen van een genderrol of negatieve sociale houding kunnen allemaal bijdragen aan een beperking van de ontwikkeling van een kind. (p 290)

Hoogbegaafden zijn beter uitgerust om om te gaan met de ‘slings and arrows of outrageous fortune’ (Hamlet). Uit het onderzoek bleek juist de buitengewone kracht van hoogbegaafden en getalenteerden om te gaan met problematische opvoeding, plotselinge veranderingen in het leven, fysieke beperkingen, constante put-downs, valse verwachtingen, armoede, gebruikt worden in het voordeel van anderen en zo voort. (p 296)

Sociaal ondernemen

Doel van mijn bedrijf is mensen te inspireren om de volgende stap op hun ontwikkelingspad te zetten. Ik doe dit als sociaal ondernemer. De samenleving heeft mijns inziens behoefte aan sociaal ondernemers die het initiatief nemen of helpen bij het tot uitdrukking brengen van maatschappelijke veranderingen en verschuivingen.

Ter illustratie de definitie van sociaal ondernemerschap:
Een sociaal ondernemer pakt een maatschappelijk probleem op bedrijfsmatige manier aan en brengt daarmee een duurzame maatschappelijke verandering te weeg. Daarbij staat de maatschappelijke winst op de eerste plaats, de financiële winst is noodzakelijk om te blijven bestaan.

 

Maatschappelijke veranderingen

Mijns inziens is op macroniveau een verschuiving gaande van een maatschappij waarin het denken en de ratio centraal staat naar een samenleving waarin het voelen belangrijker is.
– De maatschappij wordt uitgedaagd een veilige saamhorige plek te zijn, terwijl de samenleving de afgelopen decennia steeds meer geïndividualiseerd is geraakt met een nadruk op het verwerven en behouden van materiële zaken en verworven rechten (bijv. verzet verhogen AOW-leeftijd, delen van lasten binnen Europa);
– Organisaties worden uitgedaagd te veranderen naar netwerken omdat mensen de bestaande structuren meer belastend dan ondersteunend ervaren (bijv. minder regeldruk, processen vereenvoudigen, minder overheid, standaard hypotheekproducten);
– Van leiders wordt verwacht dat zij meer vanuit vertrouwen gaan opereren en de neiging tot control loslaten (bijv. Het Nieuwe Werken);
– Individuen worden uitgedaagd het tempo van veranderingen bij te houden evenals hun contacten via sociale media en lopen daarbij tegen de grenzen aan van wat ze kunnen verwerken (bijv. toename burnout en adhd/add);
– Jongeren staan voor de opgave wereldissues op te lossen, die zulke grote consequenties hebben dat het moeilijk is te bepalen waar te beginnen en vertrouwen te hebben dat jouw bijdrage daarin van belang is.

Deze ontwikkelingen stimuleren mij in mijn sociaal ondernemerschap.

Impact van Dream Dialogue

De Dream Dialogue reis naar Bethlehem heeft op meerdere vlakken impact op mij gehad. Allereerst ben ik geïnspireerd geraakt door de professionals die ik heb ontmoet. Zij doen hun werk met een standvastigheid en een doorzettingsvermogen die grote indruk maakt. De dagelijkse hindernissen en het onrecht waaronder Palestijnen leven, roepen zo’n verzet op, dat ik mijn pet afneem voor hen die deze energie tot een constructieve kracht weten om te zetten: in dialoog organiseren, in naschoolse zorg voor kinderen gericht op het ontwikkelen van hun creativiteit, in duurzame landbouw. Prachtige initiatieven die alleen kunnen ontstaan dankzij een lange adem en geloof in hun werk.
Ten tweede blijkt dat dialoog overal een krachtige manier is om mensen met elkaar te verbinden. Omdat het delen van persoonlijke ervaringen centraal staat. Verhalen horen en verhalen vertellen, bracht me in de gelegenheid indrukwekkende Palestijnse dames te ontmoeten. Eén vrouw zei: “Als ik naar het Sumud House ga [waar dialoogbijeenkomsten plaatsvinden] laat ik mijn angst bij de drempel achter. Ik kijk niet achteruit en niet vooruit, maar bén hier gewoon met andere vrouwen.” Het was een vrouw met ondeugend twinkelende ogen en een humor die de hele groep verlichtte. In de pauze nam ze me terzijde en fluisterde dat ze ook met Israeli sprak. Haar moed inspireerde me zeer.
De impact van het conflict op het dagelijks leven is het derde waarvan ik onder de indruk ben geraakt. Je kan nog zoveel lezen, horen en zien op tv, maar het zelf ervaren maakt dat ik pas echt snap wat bijvoorbeeld de bouw van zo’n muur betekent. Dan kun je niet meer naar de universiteit, je land kun je niet meer bewerken, je moet een vergunning aanvragen om je familie te bezoeken die enkele kilometers verderop wonen. Zaken die vanzelfsprekend zijn, zijn dat ineens niet meer.
De mix van de kennismaking met de professionals, de Palestijnse dialoogmethodiek, de mensen en de omstandigheden, maakt dat ik van de toepassing van de methodiek in Nederland een meer integrale ervaring kan maken. Alle deelnemers aan de reis zullen dialogen organiseren en deze zomer (2012) delen we onze ervaringen met het Arab Educational Institute in Bethlehem. De overeenkomsten tussen de Nederlandse en Palestijnse methodiek zijn groot, maar er zijn ook verschillen. En die zijn interessant om samen te verkennen en dialoog daarmee op een hoger plan te brengen.

Als je het leuk vindt om in juni 2012 zo’n dialoogbijeenkomst bij te wonen, mail me dan.