De ondertitel luidt: Lessen voor managers uit de ordening van het universum. Ik ben het boek gaan lezen nadat ik Wheatley in januari 2010 een dag had meegemaakt en had geluisterd naar haar visie op leiderschap en organiseren.
Het is een zeer indrukwekkend boek! Ik heb er maanden over gedaan om het te lezen, omdat ik het met volle aandacht en langzaam wilde lezen. Geen woord wilde missen. Alhoewel het gaat over een wereld waar ik weinig van weet, de quantumfysica, kon ik het gelezene meteen toepassen in de praktijk. Parallellen te over met mijn werk.
Als ik de kern in een paar zinnen probeer te vatten is die als volgt. Niet langer staan (onder)delen centraal, maar de relaties. Niet langer de eenheden maar de verbanden ertussen. Niet langer de informatie als feit, maar de mogelijke analyses van alle beschikbare informatie (zoveel mogelijk, dus open systemen). Niet langer de control, maar vanuit duidelijke waarden en visie een genereus vertrouwen en vrijheid van handelen. Niet langer de deskundigheid en vaardigheden, maar de kwaliteit en omvang van de relaties. Ik doe het boek zo tekort, dus ga het vooral lezen. Boeiend tot en met!!
De debuutroman van Franca Treur is lovend besproken in de pers. En dat is terecht. Ze weet in een pure stijl heel mooi te verwoorden wat het betekent op te groeien in een streng christelijk gezin. “Want wat zul je straks zijn, m’n kind, als je voor Zijn rechterstoel zal staan: kaf of koren?”, dat is een tekst van haar oma die de kern raakt. Die zin bevat het absolute, het onontkoombare, het verstikkende en het schadelijke voor ieder kind dat opgroeit in zo’n omgeving. Er is geen ontsnappen aan. Zelfs als alles al lang is afgezworen, blijft die zin hangen, althans bij mij.
Hoofdpersoon is Katelijne en zij verkent – per ongeluk met alle goede intenties van een braaf kind – de grenzen van wat wel in niet kan in de gemeenschap. Haar oma predikt, haar moeder overleeft dankzij haar tuin, haar vader maakt er het beste van en haar broers nemen het gelukkig wat minder serieus. Aanrader!
Braam schrijft altijd boeken waarin fictie en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Dat maakt haar boeken boeiend en ik vind het een prettige manier van schrijversengagement; een onderwerp waarover de laatste maanden nogal is gediscussieerd in NRC. Bovendien vergroot het de kennis van de lezer over allerlei tot dat moment onzichtbaar onrecht in ons (recente) verleden.
Het boek gaat over een jonge man die voor de fabriek inkopers van cocaïne afreist om duizenden kilo’s aan de man te brengen. Hij is erg succesvol en verdient er een goede boterham aan. Van de provisie van één van zijn deals koopt hij bijvoorbeeld een Harley Davidson. Kennelijk zitten er grote marges op de verkoop van de cocaïne. Zijn afnemers zijn de landen die op dat moment verwikkeld zijn in de Eerste Wereldoorlog. Zij gebruiken het spul om hun soldaten de moed te verschaffen om uit de loopgraven te klimmen en te vechten. De tweede hoofdpersoon is een van die soldaten. Al gauw blijkt dat de Nederlandsche Cocaïne Fabriek de grootste producent van cocaïne ter wereld is en met medeweten van de Nederlandse Staat dit giftige goedje tegen hoge winsten over de wereld verspreid. Een nauwelijks voorstelbaar, maar gruwelijk realistisch feit.
Video waarin Conny Braam vertelt over het boek.
De afgelopen weken heb ik meerdere keren overwogen te stoppen met lezen in dit boek. Wat een gruwelijkheden. Ik werd er letterlijk misselijk van en het boek kwam ’s nachts terug in mijn dromen. Toch heb ik het niet weggelegd, want het had me al gegrepen.
Littell beschrijft de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van SS-officier Max Aue. Hij wordt erop uitgestuurd om rapporten te schrijven over de uitroeiing van de joden achter het optrekkende Oostfront. Daarna van de situatie in Stalingrad en als hij dat ternauwernood overleeft, krijgt hij de opdracht ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk joden worden geselecteerd voor de arbeitseinsatz. Daartoe inspecteert hij de concentratiekampen in Oost Europa. Ondertussen leren we Aue beter kennen en wordt duidelijk dat hij er redelijk goed in slaagt te verbergen dat hij een getraumatiseerd mens is. De beschrijving van zijn episodes van verwarring zijn indrukwekkend. Evenals de manier waarop Littell dit allemaal met een grote historische feitenkennis weet te combineren, waardoor het ook leest als een geschiedkundig boek.
De Jong heeft een origineel en spannend boek geschreven. Een groep mensen trekt zich tien dagen terug om hun leven onder de loep te nemen en eventuele problemen te lijf te gaan. Dat te lijf gaan is tamelijk letterlijk in de aanpak van begeleider Catherine. De Jong heeft een mooie schrijfstijl, weet de spanning goed op te bouwen en brengt alle spelers tot leven door ieder hoofdstuk het perspectief van een ander te kiezen. Ik kon het niet wegleggen.
Als je van psychologie en groepsprocessen houdt, is dit boek echt een aanrader! Overigens komt vrijdag 30 oktober 2009 haar tweede roman uit.
Er zitten nu ezelsoren in dit boek, wat betekent dat ik bepaalde bladzijden nog eens wil opslaan. Ik had ook een pen tussen mijn tanden om snel iets te kunnen onderstrepen. Met andere woorden; ik zat het boek actief te lezen.
Het boek gaat niet over gloeilampen versus ledlampen, alhoewel … Het boek gaat over de zoektocht naar een nieuwe manier van leven en samenleven. Een vervolg op de verlichting van Descartes, Newton, Voltaire, Kant en anderen waardoor het verstand op een hoger plan werd geplaatst. Deze verlichting gaat over het integreren van je verstand, emoties en spirituele bewustzijn.
Touber leidt de lezer langs een aantal mensen die bijzondere inzichten hebben verkregen over hoe die volgende verlichting eruit ziet. Het was grappig te merken dat in dit boek weer allerlei lijntjes samenkomen van onderwerpen waar ik de afgelopen jaren mee bezig ben. Zo start het boek met de cultural creatives, komt de leiderschapsontwikkeling volgens Manfred van Doorn aan de orde waarbij hij filmfragmenten gebruikt om te illustreren en heeft hij een hoofdstuk gewijd aan Jill Taylor (bekijk deze video!) die als neuroloog een hersenbloeding doormaakt.
Een van de laatste hoofdstukken besteedt hij aan Danah Zohar, een Brits/Amerikaanse filosofe en theoretisch fysica. Danah Zohar heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar spirituele intelligentie en daarvoor ook een meetinstrument ontwikkelt (te doen via internet en je krijgt een uitgebreid terugkoppelingsrapport). Ik had het geluk afgelopen vrijdag een lezing van en dialoog met haar te mogen meemaken. Een inspirerende en wijze vrouw!
Touber heeft zijn boek opgebouwd met korte en toegankelijke hoofdstukken, waardoor het makkelijk leest en erg informatief is. Het boek helpt zeker om de verlichtingsbeweging (wat dat ook moge zijn) en de cultureel creatieven te versterken.
Een nieuw boek van Paulien Assink en de ondertitel luidt “De kunst en praktijk van V/M leiderschap”. Assink schreef eerder het boek “Uit het harnas!” dat ik als een spoorboek voor mijn ontwikkeling gebruik. Dit tweede boek borduurt voort op de vier dimensies van leiderschap die ze onderscheidt: emotioneel, mentaal, fysiek en spiritueel leiderschap. En in iedere dimensie geeft ze aan wat de feminiene (intuïtie, hoger dienstbaarheid, compassie, co-creatie) en masculiene (moed, heldere visie, duurzaam ondernemen, calling) componenten ervan zijn. Ze constateert dat het iedereen ten goede zou komen om de masculiene aspecten meer in balans te brengen met de feminiene aspecten. Maar meer eigenlijk nog om deze aspecten in jezelf te herkennen en te ontwikkelen los van man- of vrouwzijn. In het boek komen daarnaast de schaduwkanten van ieder aspect aan de orde. Hoe slachtofferschap te ontgroeien en te leren leven vanuit compassie voor jezelf en de ander?
Al met al weer een prachtig en leerzaam boek en Assink slaagt er goed in het praktisch te maken. Geen lange theoretische betogen, maar korte heldere stukken tekst met praktische oefeningen en aanbevelingen. Het geeft mij weer een nieuwe inspiratiebron voor de verdere ontwikkeling van mijn leiderschap. En dan bedoel ik niet leiderschap in de zin van minister-president worden, maar in de zin van leiderschap in de kleine en grote dingen van het leven.
In het boek staan ook prachtige foto’s en gedichten van Esther van der Valk.
Wat een prachtig boek. Wat een indrukwekkend verhaal. Wat komt het boek dicht op de huid.
Giordano weet op feilloze wijze de werking van de psyche te verwoorden. De twee hoofdpersonen komen tot leven en ik voelde hun geestesgesteldheid. Af en toe moest ik het boek even wegleggen om bij te komen.
Het verhaal gaat over twee eenzame kinderen, ieder met een eigen trauma. Ze herkennen zich in elkaar en weten zich woordeloos door elkaar gesteund. Ze groeien op en kiezen hun eigen wegen, maar wachten ook op het moment dat ze weer bij elkaar zullen zijn.
Ik vind het boek van hetzelfde kaliber als Norwegian Wood van Murakami. Echt een aanrader!
Onno Bosma, de echtgenoot van Ella Vogelaar, heeft vanaf het begin van haar ministerschap een dagboek bijgehouden over de ‘avonturen’ van zijn vrouw. Ik heb het boek gretig gelezen mede dankzij de toegankelijke stijl. Mijn nieuwsgierigheid was groot naar het perspectief van het echtpaar en naar de psychologische aspecten van betrokkenen.
Bosma adoreert zijn vrouw, maar ziet ook dat ze hier en daar wat vreemd reageert. Ze duwt als het ware haar emoties weg voor vervelende voorvallen en dat ploft er dan soms uit op plekken waar het niet productief is. Vogelaar gaat wel duizend procent voor haar baan met een ongekend perfectionisme. Helaas laat dat weinig ruimte voor samenwerking. Bijna niemand voldoet aan haar standaarden, ze vertrouwt haast niemand en dat lijkt me eenzaam in zo’n zware baan. Bos lijkt – als ik dit boek kan geloven – ook iemand die het lastig vindt om samen met zijn ministers te zoeken naar een juiste koers. Hij pluist het liever eerst zelf uit. Ik las veel eenzaamheid en ieder voor zichzelf.
Boeiend om te lezen. En ook tragisch dat iemand, die met hart en ziel en kennelijk veel waardering van bewoners uit de krachtwijken haar ambt uitoefent, toch sneuvelt. Maar het verbaast met niet.
Als secretaris van het Innovatieplatform in de eerste anderhalf jaar van het bestaan ervan, heeft Frans Nauta de macht van dichtbij gezien en geproefd. Helaas heeft het hem niet gesmaakt en dat pleit voor hem. Wat hij beschrijft is de machtspolitiek in de haarvaten van Nederland, waar de ego’s welig tieren en het gezamenlijke doel regelmatig door angst (voor de media) uit het oog wordt verloren. Het is een ontluisterend beeld, maar helaas wel bekend. Als ambtenaar zie ik het vaak om me heen; ook in Amsterdam. Alhoewel er hoop gloort voor de stad met dit College dat merkbaar zijn best doet collegiaal te besturen.
Nauta heeft het boek op een toegankelijke manier geschreven en kan er al grappen over maken. Ik begreep dat dit boek wel de derde versie van het verhaal is, omdat er in de eerdere versies nog teveel boosheid zat. Dat zou inderdaad een minder aantrekkelijk boek hebben opgeleverd en waarschijnlijk medelijden hebben opgewekt voor Nauta. En dat is niet nodig. Nu ervaar ik medelijden met NL. Maar ik blijf optimistisch. Ook wij krijgen onze Obama. Er zijn er al een paar in ontwikkeling als ik zo om me heen kijk en de beweging van cultureel creatieven aanschouw.
Wat ook leuk is aan het boek is dat ieder hoofdstuk eindigt met lessen en survivaltips. Echt lezen als je van politiek houdt of ambtenaar bent!