Vrije ruimte, als we die toch maar meer voor onszelf konden organiseren. Vrije ruimte buiten de tijd om te reflecteren, te werken aan meesterschap en stil te staan bij de grote vragen. Zoals de ultieme vraag: Wat is het goede leven?
Een ondertitel van dit boek luidt: Klassieke scholing voor de hedendaagse praktijk. Dat is het precies. Op heel toegankelijke wijze met goede voorbeelden uit de praktijk, schetst dit drietal hoe we in deze tijd onze scholing ter hand kunnen nemen. Geen vakscholing, maar levensscholing. Via de grammatica (hoe te verwoorden), de retorica (hoe vrijmoedig te spreken) en de dialectica (hoe te redeneren) naar de ethica: het meesterschap.
Ik heb bijzonder genoten van dit boek, omdat het een verademing is weer stil te staan bij zorgvuldig redeneren in tijden van nepnieuws. En voor wie denkt dat het een rationele exercitie is, lees het boek: zowel hoofd, hart als buik worden aangesproken als bronnen van weten.
Naast veel nieuwe inzichten, sprak mij in het bijzonder aan het begrip ‘hegemonikon’. Dat is een begrip van de stoïcijnen voor “innerlijke stuurman”:
“De innerlijke stuurman doet niet alleen een beroep op mijn verstandelijke vermogens of argumentatieve vaardigheid, maar ook op mijn houding, de kwaliteit van mijn betrokkenheid, de aard van mijn verbondenheid met de kwestie en met de mensen die er een rol in spelen.”
Ik ga in mijn dagboek zo nu en dan in gesprek met deze innerlijke stuurman en dan doe ik vaak interessante ontdekkingen. Daar blijkt ook een term voor te zijn: reflectief dagboek schrijven. En ik vraag mezelf meteen af of dat ook niet een mooie vorm kan zijn om aan te bieden bij coaching. Kortom: voldoende inspiratie![:]
Hebben jullie dat ook wel eens, dat je een boek leest, er een potlood bij pakt en dan zo’n beetje alles gaat aanstrepen? Nou, zo’n boek is dit boek van William Isaacs. Ooit heb ik het diagonaal gelezen, maar nu drong de inhoud pas echt tot me door.
Voor mij is het extra leuke dat Isaacs allerlei andere onderzoekers aan het woord laat of citeert waarin ik me al eerder heb verdiept: Argyris, Bohm, Schön, Scharmer, Senge, Bateson, Schein, Zohar, Beer, Wilbur, Wheatley. En ook relatief nieuwe namen die nieuwe werelden openen: Kantor, Garrett. Het is daardoor een integrerend boek waarin veel samenkomt. Al met al een aanrader voor iedereen die professioneel aan de slag is of wil gaan met dialoog.[:]
In maart van dit jaar keek ik naar de video van een interview met Margaret Wheatley. Zij is de afgelopen jaren een grote inspirator voor mij geweest, in het bijzonder met haar boekje “
De ondertitel luidt: “Hoe elkaar (terug) te vinden en niet (meer) kwijt te raken”. Een boek waarin Ingeborg Bosch, de ontwikkelaar van de 
Dit boek wilde ik al een paar jaar lezen, maar soms wacht ik blijkbaar tot de timing goed is. Een nieuwe geheel herziene druk leek me het juiste moment en dat klopte.

Sinds jaar en dag draag ik deze kaart van de zittende baadster van Auguste Rodin uit 1906 als boekenlegger met me mee. Ik heb de kaart zelfs gelamineerd zodat ie mooi blijft. Het beeld trok me aan, ontroerde me en gaf me iets van je ne sais quoi.



